Hans de Booij presenteert z'n nieuwe album 'Hoe had ik het anders moeten doen?'

Hans de Booij presenteert z'n nieuwe album 'Hoe had ik het anders moeten doen?'
04-09-2021, 13:06

De titel van het album klinkt als zijn levensmotto. Op zijn nieuwe album “Hoe had ik het anders moeten doen?” zingt Hans de Booij als in zijn beste dagen. Een comeback? Daar wil de zanger (62) niks weten. ,,Ik ben nooit gestopt met muziek maken. Ik zing zolang ik lucht heb.” Een gesprek met een compromisloze artiest.

Vier keer bevond Hans de Booij, woonachtig in Antwerpen, zich de afgelopen maanden illegaal op Nederlandse bodem.

,,De Belgen hadden de grens tijdens de coronapiek afgezet met 20.000 betonblokken. Maar ik moest wel richting Weert, naar de Telstar Studio’s van Adri-Jan Hoes waar we druk bezig waren met het opnemen van het nieuwe album. Ik kon gebruik maken van een vriend als chauffeur - hij reed in een rode Mustang - die in het bezit was van papieren van een veevoederbedrijf en daarom België in en uit kon. Die pikte me steeds op bij Putte-Kapellen onder Bergen op Zoom. Ik was dan al stiekem de grens over gewipt.” Lachend: ,,Inderdaad, illegaal.”

Typisch Hans de Booij: de zanger van grote hits als Een vrouw zoals jij en Annabel, is altijd een rebel gebleven. Een kunstenaar die steevast zijn eigen koers bepaalde, onverzettelijk en nimmer van de veilige middenweg. En ook al leidde dat pad naar torenhoge pieken en peilloos diepe dalen - hij keerde telkens terug naar zijn passie: de muziek.

Hoe had ik anders moeten doen? klinkt Hans de Booij als in zijn beste dagen. Zijn stem met dat mooie, dramatische rafelrandje, is er nog steeds een uit duizenden. Zijn vertolkingen op het album zijn die van een chansonnier die het leven met volle teugen heeft geproefd en beproefd. Zoals in de weemoedige klassieker Les feuilles mortes, dat in de Nederlandse tekst van De Booij De dooie bladeren heet.

Of het verstilde In de ogen van mijn moeder van de Belg Arno Hintjes Dans les yeux de ma mère dat in Frankrijk als standaard geld. Of op die bijna uitbundige versie van Leonard Cohen’s iconische hit Hallelujah. Het voorproefje van het album, de single De knecht, die vorig jaar voorjaar werd uitgebracht, verhaalt beeldend over de zwoegende waterdrager in het wielerpeloton.

Eind januari 2020 stuurde hij zijn nieuwe liedje, getiteld Mooier, naar vijf platenmaatschappijen. ,,Ik wist toen ik mijn stem terug hoorde: dit zit heel erg goed.” Een van de platenfirma’s hing binnen vijf minuten aan de lijn. Adri-Jan Hoes van Telstar Music Weert herontdekte meteen het bijzondere talent van Hans de Booij.

,,We zijn in de Telstar Studio’s in Weert begonnen tijdens de eerste twee maanden van de corona lockdown. Zo’n interessante tijd, het was overal muisstil, geen mens op straat Een muzikant heeft dat graag. Je komt in een heel andere concentratie. Alle gejaagdheid is verdwenen. De rust was weldadig sereen.”

De titelsong Hoe had ik het anders moeten doen? is een compositie van Adri-Jan Hoes, zoon van de legendarische volkszanger Johnny Och, was ik maar met moeder thuis gebleven Hoes en destijds nauw betrokken bij het succes van Nederlandse popgroepen als Doe Maar, Toontje Lager, Frank Boeijen Groep en De Dijk.

Hans de Booij: ,,Adri-Jan had het nummer al enige tijd op de plank liggen. Er waren mensen die het graag wilden zingen, maar elke keer voelde hij dat ze het niet écht hadden meegemaakt. Ik was de eerste, zei hij, bij wie het oprecht klonk. Zinnen als ‘Ik heb gewonnen, ik heb verloren.’ En ‘Ach, wat kan het mij ook schelen, zou het weer hetzelfde doen…’ - die zijn echt op mijn lijf geschreven.”

Voor het grote publiek brak De Booij in 1982 door met het nummer Een vrouw zoals jij: het zou niet zijn laatste ode aan de andere sekse zijn. Annabel (1983) en Alle vrouwen (1986) bivakkeerden eveneens wekenlang in de hitparades. Hans de Booij was een waar idool - een mooie jongen die op de covers van popbladen prijkte en wiens uitneembare poster aan de muur van menig meisjeskamer hing. Maar vooral een vocalist met een onuitwisbaar timbre in zijn stem in zijn stem. Een zanger à la Ramses Shaffy en Boudewijn de Groot - beiden zou hij nog tijdens zijn carrière tegenkomen.

Maar toch…. Hij bleef altijd de antiheld wie het sterrendom niet goed paste, soms zelfs knelde. Of, zoals hij zelf zegt: ,,Ik wilde niet het slachtoffer worden van het naam en faamspelletje. Ik heb nooit genoten van de roem. Het was eigenlijk heel dubbel: ik vond het heerlijk om muziek te maken, maar optreden….

,,Ik functioneer heel goed met mensen een op een. Met twee of drie wordt het moeilijker. Laat staan dat je mij een voetbalstadion of popconcert binnen krijgt. Echt, ik wist als jongeling van 22 destijds niet waar het allemaal over ging. Ik voelde me vooral een verwonderde toeschouwer. Het is wat Bob Dylan zegt: ‘I remember nothing, I wasn’t even born…’

Bij De Booij werd op latere leeftijd het Syndroom van Asperger gediagnostiseerd. De zanger: ‘Dat is, zeg maar, de intelligente variant van autisme. Je hebt behoorlijke problemen om de context van dingen te snappen. Je neemt zaken vaak letterlijk om er iets van te begrijpen. In mijn jeugd bestond er wel een vermoeden. M’n vader bracht me naar de dokter: ‘U moet toch eens goed naar hem kijken want hij zegt niks meer…’

,,Daarna kreeg ik hersenvliesontsteking en was het inderdaad een stuk stiller. Het is bij die aandoening er op of er onder. De diagnose Asperger heeft me wel geholpen. Eindelijk had ik het gevoel dat ik ergens bij hoorde. Dingen vielen ineens op hun plaats. Ik vrees geen groepen mensen meer. Sterker: ik hunker er naar om straks op treden.”

Dat hij muzikant wilde worden stond op vroege leeftijd vast. Hij was 16 toen hij, met z’n gitaar over de schouder, van Arnhem naar Amsterdam spoorde. Op uitnodiging van Rames Shaffy, die hij een brief had gestuurd met de bondige tekst ‘ik heb wat liedjes gemaakt…’ ‘Kom maar naar de Derde Weteringsdwarsstraat’ luidde het even beknopte antwoord.

Hans de Booij: ,,Ik heb daar twee dagen onder de piano van Ramses geslapen. En we voeren in zijn boot door de Amsterdamse grachten. Met een krat sherry aan boord. Ramses was straalbezopen, altijd een fles wodka in de hand. We hebben nog aangifte gedaan omdat hij zijn boot kwijt was. Bij het politiebureau op het Leidseplein, waar nu de coffeeshop Buldog is gevestigd.

‘Ramses, ga nou maar lekker slapen’, zei de dienstdoende agent. Bleek de boot aan een andere gracht te liggen. Ja, wij waren geestverwanten. ‘Jij hoeft je geen zorgen te maken’, zei hij. ‘Met jou komt het goed.’ Later ging hij als technicus op pad met zijn andere idool, Boudewijn de Groot. ,,Ik heb bij Boudewijn zo’n 200 keer het licht aan en uitgedaan. Zo’n fenomenale muzikant… aan hem kan niemand tippen.”

Zijn carrière werd ook getekend door een grote rusteloosheid. Hij vertrok voor vier jaar naar de Nederlandse Antillen (‘Je kunt beter onder een palmboom depressief zijn dan hier in de kou’), bewoonde een appartement annex schilderatelier aan zee in Oostende en zette koers naar Thailand waar hij met Hans Vermeulen (Sandy Coast) musiceerde.

,,Uiteindelijk hebben de Belgen me in leven gehouden. Door tien, twintig optredens per jaar bleef ik in de roulatie. Om die reden ben ik er, zoals anderen, niet aan onderdoor gegaan. Mijn passie, muziek maken, hield me op de been. Dat mijn huidige impresario Impact Entertainment op mijn pad kwam is een groot geluk dat ik koester.”

In een van de nummers op zijn nieuwe plaat, Ook poëten moeten eten (toch liefst twee keer per dag) getiteld, knipoogt hij naar die periode waarover hij destijds zei: ‘Ik ben rijk geworden door de hele tijd geen geld te hebben.’ En zo zingt hij op het album: ‘Volgens de letter van de wet heb ik niet opgelet, volgens de letter ben ik nergens niet hier en niet daar…’

De existentiële zoektocht in zijn bestaan bracht hem bij het Boeddhisme toen hij in Antwerpen de Dalai Lama ontmoette. ,,Boeddhisme geeft mij inzicht. In de overbodige dingen of juist de noodzakelijke zaken. En er zit behoorlijk wat humor en relativering in. Ik kan, als ik terugblik, flink om mezelf lachen.

,,Ik ben gegroeid, kijk er enorm naar uit om straks met mijn toetsenist en saxofonist op het podium te staan. En natuurlijk zing ik mijn successen. Ooit kreeg ik Annabel m’n strot niet meer uit. Nu merk ik dat het liedje de jaren heeft doorstaan. Net als andere klassiekers van toen.”

Gebleven is zijn eigenzinnigheid, het vermijden van compromissen. Stellig: ,,Een compromis voor écht belangrijke zaken bestaat niet. Ik ben, vaak tegen de klippen op mijn manier doorgegaan. Met de nadruk op ‘mijn.’ Dat stugge zit toch blijkbaar in me. Misschien omdat ik muziek als het hoogste zie, bereid ben er alles voor op te offeren. Als je overeind blijft, hebben mensen daar respect voor.”



circle-minus